Projectonderwijs op school

“Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces”.

Het Nederlandse Technasiumonderwijs past één op één in de visie van Alvan Tsarik: “Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces”. Zelfstandig besluiten nemen op basis van eigen onderzoek, verantwoordelijkheid nemen, presenteren van je werk, zelfreflectie, het maakt allemaal deel uit van Technasiumonderwijs. Leerlingen krijgen van een echte opdrachtgever een levensecht probleem voorgelegd en proberen dit in groepswerk op te lossen. Het werkt voor jonge mensen enorm motiverend om serieus te worden genomen door volwassenen en te weten dat je inzet er ook echt toe doet (voor verdere uitleg: zie beneden Wat is Technasiumonderwijs).

Pilot in het reguliere onderwijs

Wij hebben in Gyumri de kans gekregen om met een pilot in het reguliere onderwijs de potentie van dit soort onderwijs te laten zien. Na een positief advies in 2022 van de National Academy for Education aan het Armeense Ministerie van Onderwijs kregen wij officieel toestemming om van 2022 t/m 2024 een pilot op zes scholen uit te voeren waarin leerlingen op de Nederlandse manier onderwijs kregen met het Technasiumconcept als voorbeeld. Per school werden één of meer docenten door Alvan Tsarik opgeleid om deze groepen te begeleiden. De resultaten van de pilot worden alom positief ontvangen, door leerlingen en ouders, van schooldirecteuren tot National Academy for Education en het Ministerie van Onderwijs.

Wat is Technasiumonderwijs?

Dit type onderwijs bestaat in Nederland officieel sinds 2007. Oorspronkelijk bedoeld als middel om leerlingen voor technische vakken te interesseren, heeft het zich ontwikkeld tot een examenvak en onderwijsvorm in het middelbaar onderwijs voor havo en vwo. Het concept leent zich ook uitstekend voor onderwijs in andere onderwijsvelden zoals het mbo en hbo. En daarnaast kunnen ook andere vakken dan de bèta technische vakken het concept prima inzetten.

Bij een O&O-project geeft een opdrachtgever van buiten de school een opdracht aan een groep leerlingen. Deze leerlingen gaan in viertallen of tweetallen aan het werk in een vooraf vastgelegde periode. Afhankelijk van de opdracht komen de leerlingen aan het eind van de periode met een afsluitend product bijvoorbeeld een adviesrapport, een maquette of een presentatie. In de onderbouw werken de leerlingen in groepen van vier en is er een nadruk op competentie-ontwikkeling. In de bovenbouw zoeken de leerlingen zelf naar een opdrachtgever en is de focus meer resultaatgericht.

De leerlingen worden op basis van competenties in groepen geplaatst en maken een taakverdeling. Ze doen onderzoek naar het thema. Ze stellen een programma van eisen samen op basis van de opdracht en maken een plan van aanpak. Communicatie met de opdrachtgever is een wezenlijk onderdeel van het proces. Behalve aan het concrete project werken de leerlingen ook aan de ontwikkeling van  hun competenties. Dit proces wordt door de O&O-docent begeleid.

Naast opdrachtgever en coach/docent spelen voorts experts een belangrijke rol in het proces. Het gaat om hoogopgeleide professionals uit het veld, die aanspreekpunt zijn voor de leerlingen voor specifieke vakinhoudelijke kennis.

De leerlingen krijgen van opdrachtgever en docent een beoordeling op basis van het eindproduct en een beoordeling van de docent voor het doorgemaakte proces.